LogoLog inSubscribe

Kruising

Deze animatie toont een vereenvoudigd voorbeeld van gametenvorming na één meiose, in het eerste geval zonder kruising en in het tweede geval met.

In dit geval bevat de kern van de diploïde cel in de haploïde gameten een homoloog chromosomenpaar. Op dit chromosoom bevinden zich twee genen, A en B. Deze representeren de twee verschillende vormen (allelen) (A1 en A2 voor gen A, B1 en B2 voor gen B). De twee homologe chromosomen dragen verschillende allelen (het individu is heterozygoot voor deze twee genen).

Het blauwe chromosoom is afkomstig van de vader, het rode van de moeder.

Tijdens de meiose zonder kruising komen de allelen van de twee genen samen en blijven ze aan elkaar vastzitten. We vinden dus dat gameten die 100% ‘ouderlijk’ zijn, qua scheiding van allelen te verdelen zijn in twee typen.

Als er tussen de twee genen kruising optreedt, vindt er tussen de homologe chromosomen een uitwisseling van allelen plaats. We verkrijgen dus 50% ‘ouderlijke’ gameten en 50% ‘gerecombineerde’ gameten, die qua allelenscheiding nog onder te verdelen zijn in vier subtypen.

Kruisen is de oorzaak van grotere genetische variabiliteit.

Sign up for our newsletter