LogoLog inSubscribe

Titel

Kalenders zijn door de mens uitgevonden om de tijd over langere perioden bij te houden. De geschiedenis van de mensheid leert ons dat er tal van verschillende kalenders waren en nog steeds zijn. De basiseenheid is altijd de dag (preciezer gezegd, een volledige dag-nachtcyclus), maar het wordt allemaal ingewikkelder als we de cycli van de maan (bijna een maand) of de cyclus van de beweging van de aarde om de zon (het jaar) proberen te tellen. In wezen correspondeert geen van beide cycli met een geheel aantal dagen (circa  29,5 dag voor de cyclus van de maan en circa 365,25 dagen voor het jaar).

Kalenders zijn in te delen in drie hoofdcategorieën:

  1. Maankalenders, gebaseerd op de cyclus van de maan, zoals de Hegira-kalender (islamitische kalender)
  2. Zonnekalenders, gebaseerd  op de zonnecyclus en daardoor overeenkomen met de wisselende seizoenen. De gregoriaanse kalender, de meest gebruikte ter wereld, is een zonnekalender.
  3. Maan-zonnekalenders, zoals de Chinese en de joodse kalender. Deze kalenders volgen bij het definiëren van de maand de maancyclus, maar er worden extra maanden toegevoegd om weer synchroon met de zon te komen. De joodse kalender heeft dus 7 jaren van 13 maanden en begint elke 19 jaar opnieuw,  plus 12 andere jaren met slechts 12 maanden.

Opmerking: Maan- en maan-zonnekalenders zijn gebaseerd op waarnemingen van de maan (de nieuwe maan voor de Joden en de Chinezen, en het eerste kwartier voor de islamitische kalender). Afhankelijk van de plaats kan het verschil tussen de astronomische datum van de maanfase en de datum van waarneming soms wel drie dagen bedragen. De datums van de islamitische kalender kunnen hierdoor van land tot land verschillen.

Sign up for our newsletter