LogoLog inSubscribe

Midden-oceaanrif

De oceanische lithosfeer is opgebouwd uit twee delen: de oceaankorst (in blauw in de animatie) en de bovenmantel (donkergroen). Deze twee gebieden zijn opgebouwd uit gesteentes van verschillende aard:

  • Basaltgesteente met lage dichtheid (≈ 2900 kg/m³ op rifniveau) voor de oceaankorst.
  • Peridotiet gesteente met hoge dichtheid (≈ 3300 kg/m³) voor de bovenmantel.

De discontinuïteit van Mohorovičić (of Moho), is de grens tussen deze twee zones. Giegeven is dat deze twee gesteentes van verschillende aard scheidt, het worrdt als een geochemische scheiding beschouwd.

De asthenosfeer bevindt zich onder de lithosfeer. Net als de bovenmantel is deze samengesteld uit peridotiet, maar zijn bijzonderheid is dat hij kneedbaar is terwijl de peridotiet van de bovenmantel star is. Afhankelijk van de druk veranderen de fysieke eigenschappen van het gesteente van vast naar kneedbaar.

De isotherm van 1300 °C is een fysieke grens die de lithosfeer (star gesteente) acheidt van de asthenosfeer (kneedbaar gesteente). Deze isotherm bevindt zich in het algemeen op tussen 50 en 100 km diepte, maar komt aan het oppervlak wanneer ze boven een warme plek of rif is, waar de asthenosferische mantel gedeeltelijke smelting ondergaat.

Een deel van de peridotiet smelt tot magma. Dit magma, dat veel minder dicht is dan het omringende gesteente, zal stijgen en uitgroeien tot een magmaruimte binnen de oceaankorst. Het aanwezige magma in de magmaruimte wordt bezield door convectiebewegingen. Onder druk kan een deel van het magma het gesteente breken om aderen (kanalen) te vormen, waarvan sommige de oppervlakte bereiken. Het magma dat uit deze kanalen komt, neemt de karakteristieke kussenvorm aan, vandaar de naam 'kussenlava'. Basalt is magmagesteente gevormd uit snel afgekoeld magma opgebouwd uit kleine kristallen.

Een andere deel van het magma volgt de convectielussen en wrijft tegen de koudere wanden van de magmaruimte. Deze langzame afkoeling van het magma vormt de oorsprong van een ander type rots volgens het principe van gedeeltelijke kristallisatie: gabbro (bestaande uit grotere kristallen dan basalt).

Basalt en gabbro zijn de twee belangrijkste componenten van de oceaankorst.

Het is bij het rif dat de vorming van een nieuwe zeebodem tot stand komt door magmatisme, maar het is niet deze magmagolf waardoor de platen van elkaar af bewegen. Het is het subductieverschijnsel aan zowel de rechter- als linkeruiteinden van de platen dat voor de divergentie van de platen verantwoordelijk is.

Sign up for our newsletter