Een dipool is een elektrische geleider met twee polen (ook aansluitpunten genoemd).
Een elektrische schakeling bestaat uit dipolen die onderling door geleidende draden zijn verbonden.
Om een stroom in de schakeling te laten lopen moet een van de dipolen een spanningsbron (generator) zijn en moet de schakeling gesloten zijn.
Kies een schakeling.
Een elektrische schakeling is opgebouwd uit de volgende elementen:
In een schakeling moet de stroom een volledige kring kunnen doorlopen. We zeggen dat deze kring, net als de schakeling, gesloten moet zijn. Als het omgekeerde waar is, is de schakeling open en kan er in die open aftakking geen stroom lopen. Voor het aangeven van een open schakeling wordt het schakelaar-symbool gebruikt. Een schakeling kan meerdere spanningsbronnen en meerdere ontvangers bevatten.
We onderscheiden twee manieren om elementen in een schakeling aan te sluiten:
In het eerste geval (twee dipolen in serie) loopt door de twee dipolen dezelfde stroom. Als er één gloeilamp uitvalt, werkt een tweede lamp die in serie geschakeld is ook niet meer. Een ander gevolg is dat de weerstand in een aftakking met twee lampen in serie wordt vergroot waardoor, bij een constante spanning van de batterij, de stroom afneemt, (de wet van Ohm). Lampen in serie geven minder licht.
In het tweede geval (parallelschakeling), zijn de twee vertakkingen van de schakeling onafhankelijk. Als er één gloeilamp uitvalt, heeft dat geen invloed op de andere. Dit is de manier waarop huishoudelijke apparaten zijn aangesloten. De spanning bij de aansluitpunten van iedere gloeilamp is gelijk, omdat ze beide rechtstreeks op de batterij zijn aangesloten. Ze geven dus de maximale hoeveelheid licht. Merk wel op dat de batterij twee maal zo snel leeg raakt.