Deze animatie toont de veranderingen van de baarmoederwand (oftewel het baarmoederslijmvlies) gedurende de menstruatiecyclus bij de vrouw die gemiddeld genomen 28 dagen duurt.
Het baarmoederslijmvlies is het slijmvlies (mucosa) waaruit de binnenwand van de baarmoeder is opgebouwd. Gedurende de cyclus wordt het dikker. Als er zich vervolgens geen embryo, voortgekomen uit de bevruchting van een eicel door een zaadcel, in het baarmoederslijmvlies innestelt, wordt de bovenste laag van dit slijmvlies afgestoten: dit is de menstruatie.
Deze animatie toont het verband van de baarmoedercyclus en de eierstokcyclus: op de 14e dag van elke cyclus komt uit een van de eierstokken een onbevruchte eicel (een oöcyt) vrij.
De vrouwelijke geslachtsorganen worden gekenmerkt door een functionele cyclus. Onder invloed van verschillende hormonen vinden de baarmoeder- en eierstokcyclus gelijktijdig op een gecoördineerde manier plaats.
De baarmoeder is een diep orgaan waarvan de binnenwand van de holte bedekt is met een slijmvlies, het baarmoederslijmvlies (endometrium), dat rust op een spier, het myometrium. De dikte van het baarmoederslijmvlies varieert gedurende de cyclus, die gemiddeld genomen 28 dagen duurt. Traditioneel wordt de baarmoedercyclus onderverdeeld in twee fasen:
De eierstokken bevatten tal van follikels waarin zich, middenin, een oöcyt bevindt. Ook de follikels vertonen een cyclische ontwikkeling die traditioneel is onderverdeeld in drie fasen:
Merk op dat ovulatie plaatsvindt op het moment dat het baarmoederslijmvlies een potentiële bevruchte oöcyt kan ontvangen, die zich deelt en uitgroeit tot een embryo. Zonder bevruchting is het aangegroeide baarmoederslijmvlies niet meer nodig en beginnen de baarmoeder- en eierstokcycli weer opnieuw.